echoën

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  echoën    (hulp, bestand)
  • IPA: /ʔɛxoə(n)/
Woordafbreking
  • echo·en
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
echoën
echode
geëchood
zwak -d volledig

Werkwoord

echoën

  1. absoluut het opnieuw hoorbaar zijn van een geluid door weerkaatsing van de geluidsgolven
    • Deze put echoot. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord echoën staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.