echo
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: echo (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɛxo / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈɛ.χo/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈɛ.xo/
Woordafbreking
- echo
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘geluidsweerkaatsing’ voor het eerst aangetroffen in 1477 [1]
- afgeleid van het Griekse èchō (weergalm)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | echo | echo's |
verkleinwoord | echootje | echootjes |
Zelfstandig naamwoord
de echo m
- (muziek) een hoorbare terugkaatsing van een gemaakt geluid
- Wie is de burgemeester van Wezel ... ezel..ezel. Is een bekend zinnetje om de echo te testen.
- (elektronica) een herhaald elektronisch signaal
- (spellingsalfabet) spelwoord van het ITU/NAVO-spellingalfabet voor de letter e
- verkorting voor echografie
- De zwangere vrouw heeft een echo laten maken.
Synoniemen
- [1,2] reflectie, weerkaatsing, nagalm, naklank
Hyperoniemen
- [3] spellingalfabet
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
echoën |
echo
Gangbaarheid
- Het woord echo staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "echo" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "echo" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
Uitspraak
- Geluid: (VS): echo (hulp, bestand)
enkelvoud | meervoud |
---|---|
echo | echoes |
Zelfstandig naamwoord
echo
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to echo |
he/she/it | echoes |
verleden tijd | echoed |
voltooid deelwoord |
echoed |
onvoltooid deelwoord |
echoing |
gebiedende wijs | echo |
Werkwoord
echo
- onovergankelijk echoën
- overgankelijk doen/laten echoën
Slowaaks
Zelfstandig naamwoord
echo o
Spaans
Werkwoord
vervoeging van |
---|
echar |
echo
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van echar
vervoeging van |
---|
echarse |
echo
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van echarse
Tsjechisch
Zelfstandig naamwoord
echo o
Afgeleide begrippen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.