eenhonderddrieënveertig

Nederlands

0143
eenhonderddrieënveertig,
op een abacus
Uitspraak
  • Geluid:  eenhonderddrieënveertig    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌenhɔndərˈdrijənˌfertəx/ (7 lettergrepen)
Woordafbreking
  • een·hon·derd·drieën·veer·tig, een·hon·derd·drie·en·veer·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

eenhonderddrieënveertig

  1. "143", langere vorm van honderddrieënveertig, honderd plus drieënveertig (soms gebruikt om verwarring met een ander honderdtal te voorkomen of in plechtige formuleringen)
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De inzameling heeft eenhonderddrieënveertig euro en vijftig cent opgebracht. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot eenhonderddrieënveertig. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

  • eenhonderddrieënveertigste

hooftelwoord samengesteld met "eenhonderddrieënveertig" ht als linkerdeel

  • eenhonderddrieënveertigduizend

Gangbaarheid

  • Het woord 'eenhonderddrieënveertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.