eenhonderdvierendertig

Nederlands

0134
eenhonderdvierendertig,
op een abacus
Uitspraak
  • Geluid:  eenhonderdvierendertig    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌenhɔndərtˈfirənˌdɛrtəx/ (7 lettergrepen)
Woordafbreking
  • een·hon·derd·vier·en·der·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

eenhonderdvierendertig

  1. "134", langere vorm van honderdvierendertig, honderd plus vierendertig (soms gebruikt om verwarring met een ander honderdtal te voorkomen of in plechtige formuleringen)
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De inzameling heeft eenhonderdvierendertig euro en vijftig cent opgebracht. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot eenhonderdvierendertig. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

  • eenhonderdvierendertigste

hooftelwoord samengesteld met "eenhonderdvierendertig" ht als linkerdeel

  • eenhonderdvierendertigduizend

Gangbaarheid

  • Het woord 'eenhonderdvierendertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.