eggenoot

Afrikaans

Uitspraak
  • IPA /ˈɛχəˌnuə̯t/   geluid 
Woordafbreking
  • eg·ge·noot
enkelvoud meervoud
naamwoord eggenoot eggenote

Zelfstandig naamwoord

eggenoot

  1. (familie) echtgenoot
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.