ehrlich

Pennsylvania-Duits

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • ehr·lich
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Middelhoogduitse bijvoeglijke naamwoord érlich, dat van het Oudhoogduitse bijvoeglijke naamwoord érlíh komt
stellend vergrotend overtreffend
ehrlichehrlicherehrlichscht

Bijvoeglijk naamwoord

ehrlich

  1. eerlijk
Afgeleide begrippen
  • Ehrlichkeet
Opmerkingen

Bijwoord

ehrlich

  1. eerlijk
    «Ich hab schunn viel weisse Schparregraas in Deitschland gesse un ich kann ehrlich saage ass es arrig gut iss.»
    Ik heb al veel witte asperges in Duitsland gegeten en ik kan eerlijk zeggen dat het zeer goed is.
Synoniemen
  • ehrlicherweis
Opmerkingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.