eigenzinnig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  eigenzinnig    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ei·gen·zin·nig
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘zijn eigen zin volgend’ voor het eerst aangetroffen in 1567 [1]
  • Samenstellende afleiding van eigen en zin met het achtervoegsel -ig
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen eigenzinnigeigenzinnigereigenzinnigst
verbogen eigenzinnigeeigenzinnigereeigenzinnigste
partitief eigenzinnigseigenzinnigers-

Bijvoeglijk naamwoord

eigenzinnig

  1. van een persoon dat die persoon dingen op zijn eigen manier doet ook als die afwijken van de andere mensen
     De laatste drie jaar deelde Ex het directeurschap met Ina Klaassen. Ze noemt hem een visionair met lef. "Zijn eigenzinnige blik en bevlogen aanpak hebben de groei die het museum heeft doorgemaakt aangewakkerd en voortgestuwd."[2]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord eigenzinnig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.