eiken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  eiken    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɛikə(n)/ (2 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland, Limburg): /ɛɪ̯kə(n)/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ɛːkə(n)/
Woordafbreking
  • ei·ken
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van eik met het achtervoegsel -en
stellend
onverbogen (alleen
attributief)
verbogen eiken

Bijvoeglijk naamwoord

eiken

  1. vervaardigd van het hout van de eik
    • Hij had een prachtige eiken tafel. 
Synoniemen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

deeikenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord eik

Gangbaarheid

  • Het woord eiken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.