oak
Engels
Uitspraak
- Geluid: oak (VS) (hulp, bestand)
- IPA: /oʊk/
Woordherkomst en -opbouw
- erfwoord: Middelengels ook, ok(e), uit Oudengels āc (mv. ǣċ), ontwikkeld uit Oergermaans *aikō; zie verder onder Ndl. eik.
enkelvoud | meervoud |
---|---|
oak | oaks |
Zelfstandig naamwoord
oak
- (plantkunde) eik, eikenboom
- (materiaalkunde) eikenhout
- (kleur) eiken (als zelfstandig gebruikt bijvoeglijk naamwoord)
Hyperoniemen
Verwante begrippen
- [1] acorn
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.