elastisch

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  elastisch    (hulp, bestand)
  • IPA: /eˈlɑstis/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • elas·tisch
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen elastischelastischer
verbogen elastischeelastischere
partitief elastischelastischers-

Bijvoeglijk naamwoord

elastisch

  1. rekbaar
    • Dit is een wel héél erg elastisch materiaal. 
Antoniemen
Hyponiemen
  • prijselastisch
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord elastisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Duits

stellend vergrotend overtreffend
elastisch
elastischer
am elastischsten
alle verbuigingsvormen

Bijvoeglijk naamwoord

elastisch

  1. elastieken
  2. elastisch
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.