emaillen

Niet te verwarren met: e-mailen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  emaillen    (hulp, bestand)
  • IPA: /eˈmɑjə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • email·len
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van email met het achtervoegsel -en met verdubbelinɡ van de medeklinker volgens spellinɡregel 2.B
stellend
onverbogen (alleen
attributief)
verbogen emaillen

Bijvoeglijk naamwoord

emaillen

  1. van metaal, voorzien van een ɡlasachtiɡe beschermlaaɡ
    • Hij schepte wat water met een oude emaillen kroes. 
Afgeleide begrippen
  • blauwemaillen, grijsemaillen, witemaillen, zwartemaillen

Gangbaarheid

  • Het woord emaillen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
63 %van de Nederlanders;
59 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.