embrasser

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  embrasser    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɑ̃.bʁa.se/
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van bras arm, met het voorvoegsel en- en met het achtervoegsel -er. [1]
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
embrasser
embrassais
embrassé
eerste groep volledig

Werkwoord

embrasser

  1. omhelzen, omarmen
  2. knuffelen
  3. kussen, zoenen

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.