emenderen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  emenderen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • emen·de·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘verbeteren’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1552 [1]
  • afgeleid van het Franse émender (met het achtervoegsel -eren) [2] [3]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
emenderen
emendeerde
geëmendeerd
zwak -d volledig

Werkwoord

emenderen [4]

  1. overgankelijk verbeteringen aanbrengen in
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord emenderen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
21 %van de Nederlanders;
31 %van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.