envejecer

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • en·ve·je·cer
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
envejecer
envejecía
envejecido
volledig

Werkwoord

envejecer

  • overgankelijk
  1. aftakelen, ouder maken, verouderen
  2. laten rijpen (van kaas of wijn)
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.