verouderen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  verouderen    (hulp, bestand)
  • IPA: /vərˈɑudərə(n)/ (4 lettergrepen); /vərˈʌʊdərə(n)/
Woordafbreking
  • ver·ou·de·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verouderen
verouderde
verouderd
zwak -d volledig

Werkwoord

verouderen

  1. ergatief ouder worden
    • Die man is nu wel snel aan het verouderen. 
  2. ergatief uit de mode raken
    • Dit model is verouderd. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord verouderen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.