episcopaal

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  episcopaal    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • epis·co·paal
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘bisschoppelijk’ voor het eerst aangetroffen in 1720 [1]
  • afgeleid van 'episcopus' bisschop (met het voorvoegsel epi- ?) met het achtervoegsel -aal [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen episcopaalepiscopalerepiscopaalst
verbogen episcopaleepiscopalereepiscopaalste
partitief episcopaalsepiscopalers-

Bijvoeglijk naamwoord

episcopaal [3]

  1. bisschoppelijk
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord episcopaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
70 %van de Nederlanders;
76 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.