erger

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  erger    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɛrɣər/
Woordafbreking
  • er·ger
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

erger

  1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van erg
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • Van kwaad tot erger komen/vervallen
Steeds erger worden
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
ergeren

erger

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ergeren
    • Ik erger. 
  2. gebiedende wijs van ergeren
    • Erger! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ergeren
    • Erger je? 

Gangbaarheid

  • Het woord erger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Middelhoogduits

Bijvoeglijk naamwoord

erger

  1. vergrotende trap van arc
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.