euclidisch

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  euclidisch    (hulp, bestand)
  • IPA: /øˈklidis/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • eu·cli·disch
Woordherkomst en -opbouw
  • eponiem, afgeleid met met het achtervoegsel -isch van Euclides , de Latijnse naam van een Griekse wiskundige uit de 3e eeuw v.C. [1] [2]
stellend
onverbogen euclidisch
verbogen euclidische
partitief euclidisch

Bijvoeglijk naamwoord

euclidisch

  1. (wiskunde) meetkunde op basis van 5 klassieke axioma's, geschikt voor ruimtes die niet gekromd zijn
    • Euclidische meetkunde is de meetkunde zoals beschreven door Euclides.[3] 
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord euclidisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
52 %van de Nederlanders;
70 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.