expansief

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  expansief    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ex·pan·sief
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘betrekking hebbend op expansie’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
  • afgeleid van expansie met het achtervoegsel -ief
  • afgeleid van het Franse expansif of daarvoor van het Latijnse 'expansum' (met het voorvoegsel ex-)
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen expansiefexpansieverexpansiefst
verbogen expansieveexpansievereexpansiefste
partitief expansiefsexpansievers-

Bijvoeglijk naamwoord

expansief

  1. betrekking hebbend op expansie
  2. geneigd tot expansie
  3. mededeelzaam ??
  4. veel ruimte innemend, ruim
     Ik zou hem beschrijven als omvangrijk en uitbundig, met expansieve gebaren die een gevaar vormen voor het glaswerk, en een dik hoofd dat speciaal is gemaakt om ruimte te bieden aan zijn brede lach.[2]
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord expansief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
81 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.