fågeljägare

Zweeds

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈfoːgəl.²jɛːgarə /
Woordafbreking
  • få·gel·jä·ga·re
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van de Zweedse zelfstandige naamwoorden fågel en jägare
Naar frequentie 261232
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   fågeljägare     fågeljägaren     fågeljägare     fågeljägarna  
genitief   fågeljägares     fågeljägarens     fågeljägares     fågeljägarnas  

Zelfstandig naamwoord

fågeljägare, g

  1. (beroep) vogeljager
Afgeleide begrippen
  • fågelfängare
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.