faggio

Italiaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˈfaddʒo/
Woordafbreking
  • fag·gio

Zelfstandig naamwoord

enkelvoud meervoud
faggio faggi

faggio m

  1. (plantkunde) beuk
  2. beukenhout
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.