faint

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  faint (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /fɛɪnt/
vervoeging
onbepaalde wijs to  faint 
he/she/it  faints 
verleden tijd  fainted 
voltooid
deelwoord
 fainted 
onvoltooid
deelwoord
 fainting 
gebiedende wijs  faint 

Werkwoord

faint

  1. onovergankelijk flauwvallen, in zwijm vallen
stellend vergrotend overtreffend
faintfainterfaintest

Bijvoeglijk naamwoord

faint

  1. zwak
  2. slap
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.