fanatiek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  fanatiek    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌfanaˈtik/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • fa·na·tiek
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘bezeten’ voor het eerst aangetroffen in 1796 [1]
  • afgeleid van fanaat met het achtervoegsel -iek [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen fanatiekfanatiekerfanatiekst
verbogen fanatiekefanatiekerefanatiekste
partitief fanatieksfanatiekers-

Bijvoeglijk naamwoord

fanatiek

  1. met een grote inzet of liefde tot een bepaalde zaak
    • De fanatieke voetballer lag na de wedstrijd uitgeteld op het veld, omdat hij alles had gegeven. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord fanatiek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.