farizeïsch

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  farizeïsch    (hulp, bestand)
  • IPA: /fariˈzejis/
Woordafbreking
  • fa·ri·ze·isch
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen farizeïschfarizeïscher
verbogen farizeïschefarizeïschere
partitief farizeïschfarizeïschers-

Bijvoeglijk naamwoord

farizeïsch

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) van de farizeeën
  2. (Jiddisch-Hebreeuws) als (van) een farizeeër, schijnheilig
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord farizeïsch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.