faseren

Niet te verwarren met: fraseren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  faseren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • fa·se·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van fase met het achtervoegsel -eren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
faseren
faseerde
gefaseerd
zwak -d volledig

Werkwoord

faseren

  1. overgankelijk in fasen onderverdelen, spreiden
    • Door te faseren wordt een project in de tijd in delen uiteengerafeld. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord faseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
85 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.