favoriseren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  favoriseren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • fa·vo·ri·se·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘begunstigen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1467 [1]
  • afgeleid van het Franse favoriser (met het achtervoegsel -eren) [2] [3]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
favoriseren
favoriseerde
gefavoriseerd
zwak -d volledig

Werkwoord

favoriseren [4]

  1. overgankelijk begunstigen, bevoordelen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord favoriseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.