ferm

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ferm    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈfɛrəm/ (1 of 2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ferm
Woordherkomst en -opbouw
  • van Frans ferme, in de betekenis van ‘flink’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1815 [1] [2] [3]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen fermfermerfermst
verbogen fermefermerefermste
partitief fermsfermers-

Bijvoeglijk naamwoord

ferm

  1. krachtig, kracht tonend
    • De partij neemt ferme standpunten in. 
    • Hij gaf hem een ferme klap op de schouder. 
     ‘Obama was een weifelende president, zelden een man van ferme beslissingen. Maar sommige voorstellen zijn uiteindelijk getorpedeerd door de regering-Trump.’[4]
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord ferm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

Pools

Zelfstandig naamwoord

ferm

  1. (scheikunde) fermium, Fm
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.