fijnkauwen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  fijnkauwen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • fijn·kau·wen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
fijnkauwen
kauwde fijn
fijngekauwd
zwak -d volledig

Werkwoord

fijnkauwen

  1. overgankelijk met de kiezen of andere monddelen tot kleine delen vermalen
    • Termieten bouwen een nest door hout fijn te kauwen. 

Gangbaarheid

  • Het woord fijnkauwen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.