fir
Engels
Uitspraak
- Geluid: fir (VS) (hulp, bestand)
- IPA: /fɝ/
Woordherkomst en -opbouw
- erfwoord via Middelengels firre van Angelsaksisch fyrh
enkelvoud | meervoud |
---|---|
fir | firs |
Zelfstandig naamwoord
fir
- (coniferen) benaming voor naaldbomen uit de dennenfamilie Pinaceae
- zilverspar, benaming voor naaldbomen uit het geslacht Abies
- (materiaalkunde) dennenhout
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.