flessen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  flessen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • fles·sen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
flessen
fleste
geflest
zwak -t volledig

Werkwoord

flessen

  1. overgankelijk bedriegen, oplichten
    • Hij heeft de boel geflest! 

Zelfstandig naamwoord

deflessenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord fles

Gangbaarheid

  • Het woord flessen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Achterhoeks

Zelfstandig naamwoord

flessen

  1. meervoud van flesse

Nedersaksisch

Zelfstandig naamwoord

flessen

  1. meervoud van flesse
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.