flodderen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  flodderen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • flod·de·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
flodderen
flodderde
geflodderd
zwak -d volledig

Werkwoord

flodderen [2]

  1. onovergankelijk lubberen, te ruim zitten
  2. onovergankelijk slordig werken
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord flodderen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
84 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.