lubberen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  lubberen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • lub·be·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘flodderen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1899 [1] [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
lubberen
lubberde
gelubberd
zwak -d volledig

Werkwoord

lubberen [3]

  1. onovergankelijk te ruim zitten
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord lubberen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
84 %van de Nederlanders;
39 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.