flygplan

Zweeds

Uitspraak
  • Geluid:  flygplan    (hulp, bestand)
  • IPA: / ²flỵ:gpla:n /
Woordafbreking
  • flyg·plan
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van de stam 'flyg' van het Zweedse werkwoord flyga en het Zweedse zelfstandige naamwoord plan
  • Het woord 'flygplan' werd in 1913 in het Zweeds geïntroduceerd in plaats van het woord aeroplan.
Naar frequentie 112126
flygplans enkelvoud meervoud
  onbepaald bepaald onbepaald bepaald
  nominatief     flygplan     flygplanet     flygplan     flygplanen  
  genitief     flygplans     flygplanets     flygplans     flygplanens  

Zelfstandig naamwoord

flygplan, o

  1. (luchtvaart) vliegtuig
    «Man väntar inte på att ett flygplan ska störta innan man testar flygplanets säkerhet, och det bör vi inte heller göra när det gäller kemikalier i hushållsprodukter.»
    We wachten niet tot een vliegtuig neerstort voor we het testen op veiligheid, en dat moet ook gelden voor chemische stoffen in huishoudproducten.
Synoniemen
  • flygmaskin
Hyperoniemen
  • flygflotta
  • luftfarkost
Hyponiemen
Meroniemen
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties
  • enmotorigt flygplan
een eenmotorig vliegtuig
  • tvåmotorigt flygplan
een tweemotorig vliegtuig
Verwante begrippen

Meer informatie

Zelfstandig naamwoord

flygplan

  1. genitief onbepaald onzijdig meervoud van flygplan
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.