formar

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /foɾˈmaɾ/
Woordafbreking
  • for·mar

Werkwoord

formar

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
formar
formaba
formado
volledig
  1. onovergankelijk aantreden, zich opstellen
  2. overgankelijk vormen, formeren, scholen, opleiden
  3. samenstellen, regelen
Synoniemen
Verwante begrippen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.