opleiden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  opleiden    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • op·lei·den
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
opleiden
leidde op
opgeleid
zwak -d volledig

Werkwoord

opleiden

  1. overgankelijk kennis en vaardigheid bijbrengen
    • De soldaten worden opgeleid om tactische aanvallen uit te voeren. 
     Want de arbeidersmeerderheid had het probleem dat ze geen opgeleide mensen hadden voor alle bureaucratische en politieke posten.[1]
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord opleiden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044625691
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.