formidabel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  formidabel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • for·mi·da·bel
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘geducht’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1647 [1]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen formidabelformidabelerformidabelst
verbogen formidabeleformidabelereformidabelste
partitief formidabelsformidabelers-

Bijvoeglijk naamwoord

formidabel

  1. heel groot,
    • De russen hadden een formidabel leger. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord formidabel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.