frísky
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /friːskɪ/
Woordafbreking
- frí·s·ky
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het bijvoeglijke naamwoord fríský met het achtervoegsel -y
Bijwoord
frísky
- (demoniem) Fries; met betrekking tot de Nederlandse provincie Friesland
- (demoniem) (op z'n) Fries; met betrekking tot het volk de Friezen
- (taal) (in het) Fries; met betrekking tot de Friese talen
- (taal) (in het) Fries / Westerlauwers Fries; met betrekking tot de taal het Westerlauwers Fries
Synoniemen
- –
- po frísku
- fríština v
- fríština v, západofrísky (bw.), západofríština v
Verwante begrippen
- Frís mbezield
- Fríska v
- Frísko o
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.