fragmentarisch

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  fragmentarisch    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • frag·men·ta·risch
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘uit brokstukken bestaand’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
  • van het Duits [2]
  • Naamwoord van handeling van fragmenteren met het achtervoegsel -isch
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen fragmentarischfragmentarischer
verbogen fragmentarischefragmentarischere
partitief fragmentarischfragmentarischers-

Bijvoeglijk naamwoord

fragmentarisch [3]

  1. incompleet, uit onsamenhangende brokstukken bestaand
    • „De informatie erover is fragmentarisch. Ik heb een overzicht gevonden van de Universiteit Leiden, van 1865 tot 1872. De meeste lichamen, 67, waren van overledenen uit het academisch ziekenhuis en andere ziekenhuizen in de buurt. Maar er kwamen in die periode ook 22 lichamen uit gevangenissen. En de gevangenis-arts in Woerden heeft het over 1 tot 12 lichamen per jaar.”[4] 
    • Al zit dit grimmigere Left, alone vol originele vondsten, het is te bescheiden en fragmentarisch.[5]  
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord fragmentarisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.[6]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.