partieel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  partieel    (hulp, bestand)
  • IPA: /pɑrˈsʲeːl/
Woordafbreking
  • par·ti·eel
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘gedeeltelijk’ voor het eerst aangetroffen in 1819 [1]
  • afgeleid van part met het achtervoegsel -eel [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen partieelpartiëlerpartieelst
verbogen partiëlepartiëlerepartieelste
partitief partieelspartiëlers-

Bijvoeglijk naamwoord

partieel

  1. gedeeltelijk
Verwante begrippen
Vertalingen

Bijwoord

partieel

  1. niet volledig
    • De lening werd slechts partieel terugbetaald. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord partieel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.