fruitig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  fruitig    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • frui·tig
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding van fruit met het achtervoegsel -ig
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen fruitigfruitigerfruitigst
verbogen fruitigefruitigerefruitigste
partitief fruitigsfruitigers-

Bijvoeglijk naamwoord

fruitig

  1. met de smaak van vruchten
    • Wij dronken een fris en fruitig wijntje. 
  2. van een meisje dat ze heel leuk en vrolijk is
    • Het frisse en fruitige meisje moest veel lachen. 

Gangbaarheid

  • Het woord fruitig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.