gå ut

Deens

Uitspraak
  • IPA: /goː ʉːt/
Woordafbreking
  • gå ut
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van en ut.

Frase

gå ut

  1. eruitgaan, gaan op (een balkon), naar buiten gaan
  2. aflopen, voorbij gaan
  3. uitkomen
Afgeleide begrippen
  • [1]: gå ut i
  • [1]: gå ut med
  • [1]: gå ut over
  • [1]: gå ut på
  • [3]: gå ut av
  • [3]: gå ut fra
Uitdrukkingen en gezegden
  • [2]: året som er i ferd med å gå ut
het loopt af
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.