gallisch

Niet te verwarren met: Gallisch

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gallisch    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɣɑlis/
Woordafbreking
  • gal·lisch
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen gallischgallischer
verbogen gallischegallischere
partitief gallischgallischers-

Bijvoeglijk naamwoord

gallisch

  1. geërgerd, geïrriteerd, kwaad
    • Ik word er helemaal gallisch van. 
  2. (Jiddisch-Hebreeuws) misselijk, naar
Schrijfwijzen
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord gallisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. gallisch op website: Etymologiebank.nl
  2. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.