gana

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • ga·na
enkelvoud meervoud
gana ganas

Zelfstandig naamwoord

gana v

  1. zin, lust, verlangen
Synoniemen

Werkwoord

vervoeging van
ganar

gana

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van ganar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van ganar
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.