gannovem

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gannovem    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɣɑˈnovəm/
Woordafbreking
  • gan·no·vem
Woordherkomst en -opbouw
  • van Jiddisch גנבֿים (gannovem), meervoud van גנבֿ (gannef)[1]

Zelfstandig naamwoord

degannovemmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord gannef
    «Sam kon zich niet bedwingen. „Was 'n gannovem".»
    Sam kon zich niet bedwingen. "Wat een dieven."[2]
Synoniemen

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.