gefa

IJslands

Uitspraak
  • IPA: /ˈcɛːva/
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse gefa.
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden tijd voltooid deelwoord
(supinum)
3e pers enk. 1e pers mv.
gefagafgáfumgefið
volledig

Werkwoord

gefa

  1. geven
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.