gehoorvermogens

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gehoorvermogens    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɡəˈhorvərˌmoɣəns/ (5 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ge·hoor·ver·mo·gens
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

degehoorvermogensmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord gehoorvermogen
     De bantengs hebben uitstekende reuk-, gezichts- en gehoorvermogens; (…)[1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'gehoorvermogens' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Weede, H.M. van
    “Indische reisherinneringen. Deel 2” (1908), Tjeenk Willink< Haarlem, p. 378
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.