gehorend

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gehorend    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɣəˈhorənt/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ge·ho·rend
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen gehorend
verbogen gehorende
partitief gehorends

Bijvoeglijk naamwoord

gehorend

  1. voorzien van horens, horens dragend
    • Het is een mythe dat Vikingen getooid met gehorende helmen ten strijde trokken. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord gehorend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
54 %van de Nederlanders;
54 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.