gespikkeld

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gespikkeld    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɣəˈspɪkəlt/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ge·spik·keld
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen gespikkeldgespikkeldergespikkeldst
verbogen gespikkeldegespikkelderegespikkeldste
partitief gespikkeldsgespikkelders-

Bijvoeglijk naamwoord

gespikkeld

  1. met stippels
    • Zijn dunne, maar pezige benen waren in een paar prachtige gespikkelde katoenen kousen gestoken, die een uur in de wind roken naar Engelse smokkelwaar. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Werkwoord

vervoeging van: spikkelen…
verbogen vorm: gespikkelde

gespikkeld

  1. voltooid deelwoord van spikkelen

Gangbaarheid

  • Het woord gespikkeld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.