gestemd

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gestemd    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɣəˈstɛmt/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ge·stemd
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen gestemd
verbogen gestemde
partitief gestemds

Bijvoeglijk naamwoord

gestemd

  1. in een bepaalde gemoedstoestand
    • Een optimistisch gestemde groep ging welgemoed aan het werk. 

Werkwoord

vervoeging van: stemmen…
verbogen vorm: gestemde

gestemd

  1. voltooid deelwoord van stemmen

Gangbaarheid

  • Het woord gestemd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.