gezaagd

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gezaagd    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɣəˈzaxt/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ge·zaagd
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen gezaagd
verbogen gezaagde
partitief gezaagds

Bijvoeglijk naamwoord

gezaagd

  1. (plantkunde) (van een bladrand) voorzien van tandjes net als een zaag

Werkwoord

vervoeging van: zagen…
verbogen vorm: gezaagde

gezaagd

  1. voltooid deelwoord van zagen

Gangbaarheid

  • Het woord gezaagd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.